
Financiering van de opleiding

Sinds 2013 worden de opleidingen tot medisch specialist via een ‘beschikbaarheidbijdrage’ bekostigd. Tot die tijd gebeurde dat via het ‘Opleidingsfonds’. In onze brochure lees je precies hoe het werkt.

Download hier de brochure
Compensatie
De beschikbaarheidbijdrage is een compensatie voor de tijd en kosten die zorgaanbieders in het opleiden investeren. Als de beschikbaarheidbijdrage niet zou bestaan, zouden de opleidingsziekenhuizen deze kosten moeten terugverdienen via de tarieven die ze voor hun zorg vragen. Hun tarieven zouden dan hoger zijn dan die van vergelijkbare aanbieders die niet opleiden. Dit kan marktverstorend werken. Het kan er bovendien toe leiden dat er te weinig mensen worden opgeleid. Met de bekostiging van de opleidingen via een beschikbaarheidbijdrage wordt die marktverstoring voorkomen.
Verantwoordelijkheid
Met het aannemen van een beschikbaarheidbijdrage nemen instellingen of medisch-specialistische bedrijven de verantwoordelijkheid om de best mogelijke medisch specialist van de toekomst op te leiden. Ze mogen de subsidie niet gebruiken voor productiedoeleinden. Deze is bedoeld voor de opleiding tot medisch specialist.
Wie doet wat?
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) is verantwoordelijk voor het toekennen van de beschikbaarheidbijdrage aan opleidingsinstellingen. Dit gebeurt op grond van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg). De basis voor deze toekenning wordt gevormd door het verdeelplan van het ministerie van VWS, die op zijn beurt weer voortkomt uit het overleg van de Stichting BOLS. Stichting BOLS bestaat uit de Federatie Medisch Specialisten, Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) en Nederlandse Federatie van universitair medische centra (NFU). Ook stelt de minister jaarlijks de hoogte van de vergoeding per opleidingsplaats en het aantal opleidingsplaatsen vast.
Waar blijft het geld?
Een veelgehoorde klacht van zowel opleiders als aios is dat het niet duidelijk is waar de beschikbaarheidbijdrage precies naartoe gaat. Het verschilt per ziekenhuis hoe de transparantie over deze geldstroom is. In 2019 is het onderzoek naar de kostprijzen in de ggz afgerond. Dit heeft geleid tot een hogere beschikbaarheidbijdrage. Daarna is een kostprijsonderzoek gestart door de NZa rondom de medisch-specialistische vervolgopleidingen. De Jonge Specialist is hierbij betrokken. In april 2025 zijn de resultaten van dit onderzoek gepubliceerd. Lees hier meer over de resultaten en de reactie van De Jonge Specialist.
Visie De Jonge Specialist op opleidingsfinanciering
De Jonge Specialist pleit voor transparantie over de budgetten voor aios. Want ondanks dat de beschikbaarheidbijdragen bedoeld zijn om de kwaliteit van de opleiding te waarborgen, ontbreekt vaak transparantie over de besteding ervan. Dit kan leiden tot inefficiënt gebruik en onduidelijkheid bij aios en opleiders over de beschikbare middelen. Als oplossing zien wij graag dat opleiders en aios samen een opleidingsbegroting opstellen, met hulp van de financiële afdelingen van ziekenhuizen. Het opstellen van een begroting kan de kwaliteit van de opleiding verbeteren, betere organisatie en ondersteuning van de opleiding faciliteren en helpen bij de individualisering van de opleiding. Door samen na te denken over de benodigdheden van de opleiding kunnen gerichte keuzes gemaakt worden om de kwaliteit te verbeteren.

Meer weten over opleidingsbegrotingen?
Lees hier onze complete visie over opleidingsbegrotingen.